De agave is een imposante vetplant (succulent) die van nature voorkomt in Mexico. In het algemeen hebben ze dikke, vlezige bladeren die langs de zijkant meestal bezet zijn met doornen en eindigen in een scherpe punt. De bladeren variëren van grijsgroen naar een eerder blauwachtige kleur. Doordat de bladeren veel vocht bevatten, kunnen deze planten goed tegen de droogte. 

Agaves groeien over het algemeen vrij traag en bloeien maar pas na vele jaren. Ze krijgen dan een zeer lange stengel met een groot aantal kleine bloemen. De agave is monocarp, d.w.z. dat ze maar één keer bloeien en dan afsterven.

Sommige agavesoorten blijven klein, maar de grootste soorten kunnen meters hoog en breed worden zoals de Agave americana.

De Agave wordt in Mexico gebruikt voor de productie van o.a. agavesiroop en tequila.